De paragraaf financiering in de begroting is in het BBV en in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop Dienst Dommelvallei de benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. Dit vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving kennen we het treasurystatuut van Dienst Dommelvallei. Dit statuut bevat regels om de financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren.
Paragraaf Financiering
Interne- en externe ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingenDe ECB blijft in de komende 12 maanden een ruim monetair beleid voeren. De lange rentetarieven blijven op een zeer laag niveau. (BNG 23 februari 2021)
EMU-saldo
In de Wet Hof is vastgelegd dat er per jaar een plafond is voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. De hoogte van dat zogeheten macroplafond wordt elk jaar opnieuw vastgesteld op basis van bestuurlijk overleg tussen rijk en gemeenten, waterschappen en provincies. De EMU-tekortruimte voor gemeente in 2022 is vastgesteld op -/- 0,27% BBP. Voor de Gemeenschappelijke Regelingen zijn geen individuele referentiewaarden vastgesteld.
Met het hieronder opgenomen EMU-overzicht wordt inzage gegeven in de geldstromen binnen de begroting zonder onttrekkingen uit de reserves.
Bedragen x € 1.000
Nr. | Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 |
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | 0 | 0 | 0 |
2. | Mutatie (im)materiële vaste activa | -907 | 305 | 913 |
3. | Mutatie voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
4. | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 0 | 0 | 0 |
5. | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -907 | 305 | 913 |
Liquiditeit
Terug naar navigatie - LiquiditeitHet voornemen is om in 2022 evenals voorgaande jaren met kasgeldleningen te werken voor de financiering van investeringen. Als we de kasgeldlimiet meer dan 2 kwartalen overschrijden en de tegoeden van de gemeenten niet toereikend zijn kan een langlopende geldlening worden afgesloten. In het overzicht zijn de middelen voor financiering opgenomen als langlopende geldleningen.
Bedragen x € 1.000
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Activa | 3.737 | 3.432 | 2.519 | 1.677 |
Geldleningen OG | -3.000 | -3.000 | -2.500 | -1.500 |
Reserves en voorzieningen | -422 | -422 | -422 | -422 |
Financieringsbehoefte | 315 | 10 | -403 | -245 |
Renterisicobeheer
Terug naar navigatie - RenterisicobeheerKasgeldlimiet
Terug naar navigatie - KasgeldlimietDe kasgeldlimiet vormt de bovengrens tot waar een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. Als voor het 3e achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld en moeten de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,2% van het begrotingstotaal.
Bedragen x € 1.000
Stap | Omschrijving | 2022 |
Bepalen toegestane kasgeldlimiet | ||
Omvang begrotingstotaal | 16.459 | |
Percentage regeling | 8,20% | |
1 | Toegestane kasgeldlimiet | 1.350 |
Vlottende korte schuld | ||
opgenomen gelden < 1 jaar | 1.200 | |
Schuld in rekening courant | 0 | |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | |
2 | Totaal vlottende korte schuld | 1.200 |
Vlottende middelen | ||
Contante gelden in kas | 0 | |
Tegoeden in rekening courant | 200 | |
Overige uitstaande gelden < 1 jaar | 0 | |
3 | Totaal vlottende middelen | 200 |
4 | Totaal netto vlottende schuld (2-3) | 1.000 |
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) (1-4) | 350 |
Conclusie kasgeldlimiet
Voor 2022 wordt met kasgeldleningen gewerkt tot de maximale bovengrens van de kasgeldlimiet.
Renterisiconorm
Terug naar navigatie - RenterisiconormDe renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal.
Bedragen x € 1.000
Stap | Omschrijving | Begroot 2022 | Begroot 2023 | Begroot 2024 | Begroot 2025 |
1 | Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Aflossingen | 0 | 500 | 1.000 | 500 |
3 (1+2) | Renterisico | 0 | 500 | 1.000 | 500 |
4 | Begrotingstotaal | 16.459 | 16.423 | 16.654 | 16.874 |
5 | Percentage regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
6 (4 x 5) | Renterisiconorm | 3.292 | 3.285 | 3.331 | 3.375 |
7 | Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) | 3.292 | 2.785 | 2.331 | 2.875 |
Conclusie renterisiconorm
Voor de komende jaren is er ruimte om lang geld aan te trekken volgens de renterisiconorm
Schatkistbankieren
Terug naar navigatie - SchatkistbankierenDoor de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De EMU-schuld en de financieringsbehoefte van het Rijk vermindert hierdoor. Decentrale overheden kunnen in het kader van de uitoefening van de publieke taak nog steeds geld uitlenen aan een andere decentrale overheid. De verantwoording van schatkistbankieren gebeurt in de jaarrekening.