Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf financiering in de begroting is in het BBV en in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop Dienst Dommelvallei de benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. Dit vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving kennen we het treasurystatuut van Dienst Dommelvallei. Dit statuut bevat regels om de financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-. 

Interne- en externe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingen

EMU-saldo 
In de Wet Hof is vastgelegd dat er per jaar een plafond is voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. De hoogte van dat zogeheten macroplafond wordt elk jaar opnieuw vastgesteld op basis van bestuurlijk overleg tussen rijk en gemeenten, waterschappen en provincies. De EMU-tekortruimte voor gemeente in 2020 is vastgesteld op -/- 0,27% BBP. Voor de Gemeenschappelijke Regelingen zijn geen individuele referentiewaarden vastgesteld.

Met het hieronder opgenomen EMU-overzicht wordt inzage gegeven in de geldstromen binnen de begroting zonder onttrekkingen uit de reserves.

Omschrijving 2020 2021 2022
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -42 0 0
Mutatie (im)materiële vaste activa 895 119 -885
Mutatie voorzieningen 0 0 0
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 0 0 0
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa 0 0 0
Berekend EMU-saldo -937 -119 885

Liquiditeit

Terug naar navigatie - Liquiditeit

Het voornemen is om in 2021 met een langlopende geldlening en kasgeldleningen voor de financiering van investeringen te werken. De langlopende geldlening wordt alleen opgenomen als we de kasgeldlimiet meer dan 3 kwartalen overschrijden. De afschrijvingen van de onderliggende investeringen zijn opgenomen in de exploitatie. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet vormt de bovengrens  tot waar een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. Als voor het 3e achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld en moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,2% van het begrotingstotaal.

Omschrijving 2021
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal 16.380
Percentage regeling 8,20%
Toegestane kasgeldlimiet 1.343
Vlottende korte schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar 1.000
Schuld in rekening courant 0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar 0
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0
Totaal vlottende korte schuld 1.000
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 0
Tegoeden in rekening courant 194
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 0
Totaal vlottende middelen 194
Totaal netto vlottende schuld 806
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) 537

 

Conclusie kasgeldlimiet

Het voornemen is om in 2021 met een langlopende geldlening en kasgeldleningen voor de financiering van investeringen te werken. De langlopende geldlening wordt alleen opgenomen als we de kasgeldlimiet meer dan 3 kwartalen overschrijden. 

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal. 

Omschrijving Begroot 2021 Begroot 2022 Begroot 2023 Begroot 2024
Renteherzieningen - - - -
Aflossingen - - 500 1.000
Renterisico - 500 1.000
Begrotingstotaal 2020 16.380 16.563 16.679 17.027
Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 3.276 3.313 3.336 3.405
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) 3.276 3.313 2.836 2.405

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De EMU-schuld en de financieringsbehoefte van het Rijk vermindert hierdoor. Decentrale overheden kunnen in het kader van de uitoefening van de publieke taak nog steeds geld uitlenen aan een andere decentrale overheid. De verantwoording van schatkistbankieren gebeurt in de jaarrekening.

 

schatkist met muntgeld