1. Financiële samenvatting

Omschrijving (toelichting)

In 2024 stelden we de begroting 2025-2028 vast. Zoals altijd wordt de begroting in het begin van het begrotingsjaar bijgesteld op basis van autonome ontwikkelingen en nieuwe inzichten. Deze voldoen aan artikel 5 lid 3, 5 en 6 van de financiële verordening (zie hoofdstuk 3). Een aantal van deze wijzigingen heeft ook voor 2026 en verder consequenties. In onderstaande tabel is het eindresultaat van de wijzigingen te zien.

Voor de volledigheid merken we op dat we de financiële tabellen afronden op hele euro's, hierdoor ontstaan afrondingsverschillen in de totaaltellingen.

In de onderstaande tabel is een positief bedrag een voordeel en een negatief bedrag een nadeel.
2025 2026 2027 2028 2029
Mutatie totale lasten Dienst Dommelvallei -277.500 -321.500 -482.500 -500.500 -420.500
Mutatie totale baten Dienst Dommelvallei 2.313 2.594 2.986 6.857 10.883
Totaal verschil baten en lasten -275.187 -318.906 -479.514 -493.643 -409.617
Reeds bestaande dekking bij gemeenten 175.000 168.000 168.000 168.000 168.000
Restant -100.187 -150.906 -311.514 -325.643 -241.617
Geldrop-Mierlo -25.833 -69.329 -127.601 -113.967 -103.990
Nuenen -13.869 -39.170 -96.790 -111.314 -78.078
Son en Breugel -60.485 -42.407 -87.123 -100.362 -59.549
Totaal -100.187 -150.906 -311.514 -325.643 -241.617

Omschrijving (toelichting)

De bijdragen van de gemeenten stijgen door deze begrotingswijziging. Voor een deel van deze stijgingen krijgen de gemeenten extra inkomsten. Omdat de algemene uitkering stijgt voor het onderdeel prijsindexaties. Echter door het zogenaamde "Ravijnjaar 2026" en de achterblijvende compensatie voor prijsindexaties hebben de gemeenten de meerjarenbegrotingen voor 2025-2028 in meerdere jaren niet sluitend vastgesteld. 

In de zienswijzen, die wij bij de vorige begroting van de gemeenten ontvangen hebben, wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor die slechte financiële situatie. Aan de vraag om ook te bezuinigen, c.q. dekking te vinden binnen de eigen begroting, ambities te temporiseren en geen nieuw beleid te ramen hebben wij als volgt invulling gegeven:

  • We ramen alleen de autonome kosten en kosten van doorlopende projecten;
  • We ramen alleen de kosten waarvoor reeds budget geraamd is in de begrotingen van de gemeenten (taakoverdrachten);
  • We indexeren alleen als de indexatie niet binnen het bestaande budget opgevangen kan worden;
  • We stemmen de eventuele financiële gevolgen van de veranderingen voortkomend uit het Bedrijfsplan 2.0, het Informatieplan 2025-2028, het functioneel beheer sociaal domein en de gevolgen van de wetswijzigingen eerst af met de gemeenten.

In de tabel valt op dat de gemeentelijke bijdragen zich in de komende jaren verschillend ontwikkelen. De gemeenten dragen dus niet in dezelfde mate bij, en dat verschilt ook per jaar. Deze verschillen komen doordat er meerdere verdeelsleutels afgesproken zijn. Het Bedrijfsplan heeft een wijziging in de verdeling van de formatie over de teams tot gevolg. Omdat per team de verdeling over de gemeenten anders is, heeft dat ook effect op de bijdrage van de gemeenten. Zo is de Staf verkleind door het creëren van een team Kwaliteit & Control, zijn de seniors vervallen, zijn er businesspartners gekomen. Aan de Directie en Staf zijn de functies van de kwaliteitsfunctionaris (2e concerncontroller), de directiesecretaris en communicatieadviseur toegevoegd. Deze functies worden, net als die van de directeur en de concerncontroller, gelijkelijk verdeeld over de gemeenten. 
De plussen en minnen over de jaren heen worden daarnaast veroorzaakt door de aanpassing van de indexering naar de nieuwe meerjarige indexcijfers. Dat is te zien in de tabel op pagina 8 (posten 7 en 8).